Oneindig bestaan
Een zachte bries blaast over een groene weide. In de beweging van de wind wordt een eenzame paardenbloem geroerd tot de witte pluim aan het uiteinde van de stengel het begeeft. In een vredige vlucht dansen de zaadjes van de paardenbloem op de stroming van de wind, onbeperkt in zijn mogelijkheden en ongekend in zijn kracht. Het bruine zaadje met zijn prachtig witte hoofdtooi is onderweg naar zijn bestemming, zo fragiel en meegaand. Bestemming onbekend en overgeleverd aan de grillen van de natuur, dwalend over de onzichtbare paden van de doorzichtige lucht.
Uit de lucht gegrepen door een nieuwe vriend, die met sierlijke vleugelslagen door het luchtruim beweegt. Een soepele landing en een ferme wasbeurt, duwt het zaadje uit de zachte verenpracht. Vallend op de grond in afwachting van een magische ontwikkeling. Uit de lucht valt een eerste druppel water en de witte pluim kleeft tegen de grond. Een tweede grotere druppel valt naast het zaadje op de rulle grond en bedekt hem met een explosie van zand. Het licht is uit, duisternis volgt, het begin van nieuw leven.
De witte pluim heeft zijn taak volbracht en vergaat in duisternis om nooit weer te herrijzen. Het zaadje wordt week en vormt zijn eerste ankers. Kleine witte tentakels verlaten het zaadje en worstelen zich door de harde grond. Een spruit schiet op uit het zaadje en graaft een weg door de duisternis. Met een uiterste krachtsinspanning strekt het nieuwe leven zich boven de grond en maakt contact met de atmosfeer. Het toont zijn dankbaarheid aan de wind en het water door te groeien en te ontwikkelen.
Het zaadje groeit uit tot een prachtige plant en niets herinnert hem eraan dat hij ooit begon als een nietig klein zaadje. Denkende aan zijn afkomst en het eindige leven, ontwikkelt hij zich en creëert een prachtige bladerentooi. De kracht neemt langzaam af en dat zorgt voor een dramatische wending in zijn ontwikkeling. Hij overdenkt zijn tocht en wil overleven. De mooie gele bloem, het resultaat van zijn ontwikkeling, sluit zich langzaam in. Een explosie volgt en donzen pluimen zien het eerste daglicht. Dansend op de eerste zachte wind verliest hij één voor één zijn zaden.
Het ooit zo kwetsbare zaadje ontwikkelde zich tot een sterke en trotse plant. Achtervolgt door het meedogenloze einde, bewust geworden van overleven en gestorven in eenzaamheid. Verschrompeld in nietigheid en dienstbaar aan de aarde die hem lief had.