Deel II
De muziek in het café staat zo luid dat Barbara dichter bij Robert komt staan om niet te hoeven schreeuwen. Ze pakt zijn linkerarm vast om duidelijk te maken dat ze dichter bij komt en hem iets in zijn oor wil zeggen. Zijn arm voelt hard en sterk aan. Een ongemakkelijk gevoel neemt plaats in Robert zijn lichaam. Ze is zo mooi, zo aantrekkelijk. Maar de overige gasten mogen dit niet merken. Wat zouden de mensen wel niet denken als de kapitein van hun schip openlijk aan het flirten is. Door haar toenadering vliegt een vleugje van haar betoverende parfum langs zijn neus. Haar hoofd nadert het zijne en haar rode lippen naderen zijn oor. ‘Misschien is dit niet het gepaste moment om met u samen te zijn. Kunnen we op een ander tijdstip afspreken?’ Zijn hart bonst in zijn keel van de adrenaline, haar woorden zorgen voor opluchting. ‘U heeft gelijk. En ja, het lijkt mij leuk nader kennis te maken met u. Zou het u uitkomen om overmorgen met mij te dineren?’ Een glimlach verschijnt op haar lippen. Kort kijkt Barbara om zich heen om vervolgens haar tasje open te maken. Vluchtig pakt ze een kaartje uit haar tasje en een pen. Ze legt het kaartje op de bar en schrijft vluchtig haar telefoonnummer op. Dan reikt ze het kaartje aan Robert uit. Nog eenmaal buigt ze zich voorover en kust hem langzaam op zijn linkerwang. Zonder dat Robert kan reageren heeft Barbara zich omgedraaid en verdwijnt ze in de mensenmassa. Robert kijkt naar het telefoonnummer op het kaartje. Hij draait het kaartje om en leest wat erop staat. Barbara Stiel, Art-director, Stiel agency.
De avond treedt in en de Celebrity Silhouette vaart gestaag door. Het schip splijt het water waardoor de golven uiteen spatten. Het geweld waarmee het schip door het water vaart, wordt door niemand opgemerkt. De gasten aan boord vermaken zich kostelijk met al het entertainment en overvloed aan eten en drank. In één van de hutten bereidt een man zich voor op de eerste nacht op het schip. Sterke, behaarde armen reiken naar beneden en reiken naar een paar zwarte legerkisten. Hij zet ze op tafel en begint met het poetsen van de eerste schoen. Hij smeert het schoensmeer zorgvuldig uit over de schoen en laat deze daarna even rusten. Nadat hij zijn tweede schoen heeft ingesmeerd, pakt hij een donkerblauwe sporttas en legt deze op het bed. Met een snelle beweging opent hij de ritssluiting. Uit de tas haalt hij een kastje met daarop zes antennes. Uit zijn linkerbroekzak haalt hij zijn mobiele telefoon en kijkt naar scherm. Dan drukt hij op de groene schakelaar op het kastje en ziet dat het bereik van zijn telefoon wegvalt. Direct schakelt hij het kastje weer uit. Het kastje legt hij op het bed en opnieuw kijkt hij in de tas. Zorgvuldig haalt hij de inhoud van de tas eruit en legt deze zorgvuldig op het bed. Diverse tangen, schroevendraaiers, een vissersmes en een handvuurwapen. Uit één van de zijvakken van de tas haalt hij een demper tevoorschijn, draait deze op het vuurwapen en plaatst deze vervolgens weer terug op bed. Dan pakt hij zijn schoenen en met een harde borstel poets hij ze op tot het licht van de kamer weerkaatst op de schoen.
Op het bed klinkt het trilsignaal van zijn mobiele telefoon. Hij laat het niet lang duren voordat hij de telefoon oppakt. Met zijn rechterduim drukt hij op het groene telefoonsymbool en brengt de telefoon naar zijn oor. Hij blijft stil. Aan de andere kant van de lijn klinkt een vervormde stem. ‘Het is bijna acht uur, tijd voor de eerste fase.’ Dan houdt hij zijn telefoon weer naar beneden en verbreekt de verbinding. Het is duidelijk dat de twee eerder contact hebben gehad, een plan hebben besproken. Zonder twijfel trekt hij zijn trui aan en pakt een gereedschapskist. In de kist plaatst hij het gereedschap en het kastje. Vervolgens schuift hij het vissersmes in de kontzak van zijn broek. Het vuurwapen stopt hij terug in de sporttas, die hij vervolgens in de kledingkast opbergt. Bij de deur van zijn hut blijft hij even staan. Hij luistert naar bewegingen op de gang. Er is weinig te horen en hij besluit om de gang op te lopen. Zonder aarzeling loopt hij door de gangen van het schip, resoluut en doelbewust. Dan stapt hij het trappenhuis binnen en wandelt naar beneden. Hier zal hij weinig mensen treffen en kan hij ongezien op zijn bestemming komen. Naarmate hij het eindstation nadert , gaat hij zich bedachtzamer bewegen. Nog een aantal stappen is hij verwijderd van de machinekamer. Gepraat aan de andere kant van de deur en het geluid wordt harder. Er bestaat geen twijfel, er komen mensen aan, waarschijnlijk medewerkers van het schip. Vluchtig kijkt hij naar links en rechts, zoekende naar een plaats waar hij zich kan verschuilen. Aan de rechterzijde een deur. Zonder aarzeling stapt hij door de deur naar binnen. Hij belandt in een soort ketelruimte. Deze ruimte had hij eerder niet verkend, maar dit kon weleens de perfecte plek zijn. Deze ruimte zal niet vaak bezocht worden, allicht minder dan de machinekamer. Hij plaats zijn gereedschapskist op de grond en opent hem. Vervolgens pakt hij het kastje en plaats deze achter de ketel, uit het zicht. Hij pakt zijn telefoon en typt een sms, ‘fase één gestart.’ Hij drukt de groene knop van het kastje in en weet wat dit betekent. Alle communicatie op het schip is uitgevallen. De eerstvolgende bestemming is pas over twee dagen. Binnen die twee dagen zal hij zijn plan verder uit gaan voeren. Het is weer stil op de gang en hij besluit uit het hok te komen. Een kleine overweging om terug te gaan naar zijn hut, maar fase één is nog niet afgerond. Voorzichtig opent hij de deur die leidt naar de machinekamer. Zonder aarzeling stapt hij naar binnen en scant de ruimte. Dan loopt hij naar de motoren. Hij opent zijn gereedschapskist en haalt enkele tangen eruit. Vluchtig gaat hij aan het werk. Als een professional sleutelt hij aan onderdelen van de motoren. Hij weerlegt enkele circuits en werkt het dermate weg dat de storing niet direct opvalt. Nog één handeling en dan… Het wordt muisstil in de machinekamer. De motoren zijn uitgevallen en het schip stuurloos. De alarmdraad van de motoren heeft hij doorgeknipt waardoor hij de tijd heeft om weg te komen. Fase één is geslaagd en opgelucht loopt hij terug naar zijn hut.